Keramiek is het werken met klei. Er zijn vele soorten klei. Ik gebruik vooral klei met grove chamotte. Dit is klei met kleine zandkorreltjes erin; het geeft een ruwer effect. Een goed resultaat begint met kneden van de klei. Kleien of boetseren doe je met je handen en met behulp van gereedschappen bewerk of modelleer je de klei tot de vorm naar wens is. In de cursus leer je verschillende technieken.
Een werkstuk moet 2 à 3 weken gelijkmatig drogen. Het vocht trekt dan uit de klei en dat zie je omdat de kleur verandert en de klei broos en kwetsbaar wordt. Het werkstuk wordt dan 'biscuit'-gebakken in de oven. Dit gebeurt op een temperatuur van ongeveer 1000 graden Celcius. De oven moet langzaam afkoelen voordat je de oven kunt openen. Dan kan het werk geglazuurd worden.
Ik heb veel soorten gekleurde glazuren en oxyden. Als het werk geglazuurd is, gaat het opnieuw in de oven. Het stoken van de oven kan zo'n 7 uur in beslag nemen; het afkoelen duurt een etmaal. Het soort glazuur bepaalt de baktemperatuur, maar dit is meestal rond de 1050 graden. Het is niet van te voren te voorspellen hoe de glazuur zich in de oven gaat gedragen. Het resultaat is afhankelijk van de baktemperatuur; het soort glazuur; de plaats van het werkstuk in de oven; de gelijkmatigheid van opbrengen, enz. Als de oven is afgekoeld en de ovendeur gaat open, is de verrassing iedere keer weer de beloning van een bijzonder proces.
Wilt u zelf aan de slag met keramiek? Volg dan de cursus "Keramiek voor beginners".